Het Verkiezingsdebat Is Een Circus
Langer dan 50 minuten hield ik het niet vol. Meerdere keren heb ik het scherm van mijn laptop willen sluiten, dus die 50 minuten waren een prestatie op zich. Het RTL verkiezingsdebat op weg naar 17 maart 2021, de Tweede Kamerverkiezingen. Al meer dan vijf jaar kijk ik geen televisie en volg nauwelijks media - overigens met meer energie, creatief vermogen en sterkere intellectuele en emotionele intelligentie als gevolg - en het blijkt maar weer dat ik weinig mis want er verandert werkelijk nauwelijks iets, zeker niet als het op politiek aan komt. Je zou je afvragen waarom. Waarom blijft vernieuwing uit?
Kijkend naar mijn scherm en wat zich daar voor mijn ogen voltrekt, besef ik weer dat alle spelers op machtsposities - inclusief de media - mensen zijn die al jaren actief zijn in de arena van de macht. Het establishment zoals Amerikanen dat noemen. Frits Wester benoemt het zelfs voordat het debat begint, hij kent ze allemaal al jaren en goed ook, en voor het debat heeft hij ze “alleen even een sms'je gestuurd”. Zucht. "Don't hate the players, hate the game." Maar het zijn de players die the game in stand houden, overduidelijk. Ik kijk verder. Het verkiezingsdebat begint. Een marteling om naar te kijken, omdat als je het eenmaal doorziet, dan kun je dit circus maar in drie woorden vangen: tenenkrommend, achterhaald en denigrerend richting de kiezer.
Tenenkrommend, achterhaald en denigrerend, zowel op inhoud, vorm als uitvoering door elke deelnemer - van Frits Wester tot Mark Rutte - met uitzondering van de kiezers die deel mochten nemen aan de strijd in woorden, het debat. De kiezers waren een "nieuw element". Zij lieten kort - met welgeteld 3 minuten spreektijd - krachtig maar pijnlijk zien wat er mis is met het circus dat het debat wordt genoemd. De zet om kiezers dit keer te betrekken bij het debat is een vernieuwingspoging, maar draait uit op een verhulling van het circus. Van ongemak om "een 3 minuten gesprek" - het was toch een debat? - te hebben met de politicus die voor je staat, tot een wezenlijke vraag over jouw leven niet fatsoenlijk kunnen formuleren, je daardoor het van een kaartje moet aflezen. Dit alles omdat je in het circus wordt getrokken en je voelt in alles in je lijf hoe onnatuurlijk dit is.
Elke kiezer staat er met menselijke problemen, vragend en bijna smekend om een menselijke connectie - hoe het kabinet, waarvan 3 lijsttrekkers lid zijn en voor je neus staan, met de corona-maatregelen jouw bedrijf heeft kapot gemaakt en de plank mis slaat met een steun-pakket, hoe de politicus geen verstand heeft van de zorg noch het boerenbedrijf, hoe het toch kan dat 3 zittende machthebbers voor je neus staan en geen consequentie verbinden aan de val van het kabinet door de toeslagen-affaire die mensenlevens kapot heeft gemaakt. Als ik de vragen van de kiezers op inhoud even parkeer, dan blijft de vorm zo niet menselijk. De vorm van het verkiezingsdebat zien we terug in alles wat we politiek noemen. Dit inzicht is het enige winstpunt uit het verkiezingsdebat, niet omdat het gelukt is de politiek dichter bij de kiezer te brengen maar juist om te laten zien hoe groot die kloof is en vooral waarom er een kloof is. Waarom worden woorden gebruikt om elkaar te bestrijden? Je vraagt je toch af, hoe uitdrukking wordt gegeven aan onze democratie, hoe wij de macht in onze samenleving georganiseerd hebben, verdient dat niet beter dan dit circus dat we debat noemen? Het is tijd. Van Debat Naar Dialoog.
Tenenkrommend, achterhaald en denigrerend richting de kiezer, elke keer als je het circus aanschouwt. Ook omdat het circus ervoor zorgt dat op de inhoud niet of nauwelijks vooruitgang wordt geboekt. Sterker nog, er lijkt zelfs sprake van achteruitgang. De thema's inclusief stellingen worden (nog altijd) behandeld vanuit een achterhaald wereldbeeld. Neem diversiteit. Geen enkel persoon in het circus snapt waar diversiteit over gaat - althans in het circus van de grote partijen, in het "dwergen-debat" (het circus voor kleine partijen) zou diversiteit op inhoud vast iets beter gaan, maar het grote podium van de strijd is wat echt telt omdat daar media aandacht voor is, dus de mensen massaal bereikt. Terug naar diversiteit, het gaat niet om man of vrouw, kleur of geen kleur, hetero of homo, jong of oud. Het gaat niet om jezelf of je eigen kinderen een Nederlandse naam aanmeten - het bewijs dat je weinig snapt van diversiteit - en vervolgens pretenderen je hard te maken voor discriminatie en racisme - over tenenkrommend gesproken. Diversiteit gaat om mens zijn en het omarmen van feminine en masculine kanten die elk mens in zich heeft. De balans in feminine en masculine is ver zoek bij elke politicus, ongeacht partijkleur. Immers, als die balans er wel is dan kun je niet anders dan weigeren mee te spelen in het masculine circus, genaamd politiek. Als die balans er wel is dan heb je geen ambitie om de premier te worden van het land - de ultieme uitdrukking van het omarmen van het circus en de belofte geen democratische vernieuwing te brengen.
Na mijn laptop gesloten te hebben, denk ik nog even aan de woorden van Frits Wester aan het begin van het verkiezingsdebat, waarin hij benadrukt dat het ieder voor zich is en dat we stevig gaan debatteren. Dialoog is steviger dan welk debat ooit kan zijn. Maskers gaan af, je angsten komen op tafel en kwetsbaarheid zegeviert. In dit licht is het debat voor watjes. Als we van debat naar dialoog gaan, zal het betekenen dat de spelers die we nu zien, inclusief Frits, plaats moeten maken voor mensen die nu niets moeten hebben van de politiek. Mensen die snappen dat het leven nooit ieder voor zich kan betekenen, omdat we verbonden zijn met elkaar. Deze verbinding ontkennen is precies de kern van het probleem dat nu politiek heet. De oplossing is teruggaan naar wat natuurlijk is en wat het betekent om mens te zijn. Woorden gebruiken om die verbinding te herstellen. De dialoog zal zegevieren. Vroeg of laat.
2 Maart 2021